Flevokust Haven, een binnenvaarthaven in de polder

12 december 2017

Lelystad goederenhaven, het zal even wennen zijn. Toch is dit binnenkort realiteit, als de gloednieuwe kade open gaat en de eerste binnenvaartschepen aanmeren om hun lading stukgoed, bulk en containers af te zetten of op te pikken. Flevokust Haven gaat de economische basis voor Lelystad en Flevoland als geheel verbreden, helemaal als volgend jaar achter de kade de eerste logistieke- en distributiebedrijven verrijzen.

Vanaf de IJsselmeerdijk, een paar kilometer ten noorden van Lelystad, is goed te zien hoe het nieuwe land van Flevokust Haven vorm krijgt. Twee baggerschepen diepen de vaargeul uit tussen het haventerrein en de golfbreker. Schepen op de route Amsterdam – Lemmer varen nu nog de net opgespoten zandvlakte voorbij. Maar over een tijdje zal het hier gonzen van mechanische activiteit als containeroverslagbedrijf CTU Flevokust volop actief is.

Aan de ander kant van de dijk wachten tientallen hectares maagdelijk groen met een grote visvijver op de transformatie tot bedrijven- en industrieterrein. De eerste distributiebedrijven, die zich hier willen gaan vestigen, hebben zich al gemeld, laat projectleider bij de Provincie Flevoland Edwin Bos weten. Hij wijst naar de plek, precies in het verlengde van de containerterminal, waar de containers over de dijk en een nieuw kruispunt met de IJsselmeerdijk zullen rijden. De dijk is daar iets verlaagd. Uiteindelijk was dit de meest realistische optie om het plan voor een haven ten noorden van Lelystad te ontwikkelen, legt Bos uit. ‘In ons ontwerpproces hebben we ook andere varianten onderzocht, waaronder een binnendijkse variant. Maar een binnenhaven kan alleen met een nieuwe ringdijk en kades. Dat bleek veel te duur.’

Het opgespoten haventerrein buitendijks ligt iets ten zuiden van het al eerder gemaakte eiland met daarop de acht jaar oude gasgestookte Maxima-centrale. ‘Daar heeft CTU Flevokust nu een tijdelijke terminal voor containers’, vertelt Edwin Bos. ‘Zo’n centrale naast de deur kan extra aantrekkelijk zijn voor bedrijven die zich hier vestigen’, geeft hij nog aan.

Logistiek knooppunt
Voor de provincie en de gemeente biedt Flevokust Haven de kans om Lelystad uit te bouwen tot maritiem logistiek knooppunt. ‘Daarmee kunnen we een ontwerpfoutje herstellen’, zegt gedeputeerde Jan-Nico Appelman (Economische Zaken, CDA) met een glimlach, verwijzend naar de ontwerpers van de Rijksdienst IJsselmeerpolders, die Lelystad nooit als stad aan het water hebben bedacht. De provincie is verantwoordelijk voor de buitendijkse ontwikkeling van de haven.

‘Ik vind het heel mooi dat er zoveel gebeurt met de ontwikkeling van Lelystad Airport en de waterbereikbaarheid juist nu we Lelystads vijftigste verjaardag vieren. Dat hadden we toen niet durven dromen’, constateert de gedeputeerde. ‘We kunnen stad en regio nu echt als een knooppunt benaderen. Spoor, water, weg en lucht; alles komt bij elkaar.’

Appelman benadrukt de ‘unieke locatie’ van Flevokust Haven aan een belangrijke binnenscheepvaartroute tussen de havens van Rotterdam en Amsterdam enerzijds en Noord-Nederland, Duitsland en mogelijk in de toekomst de Scandinavische en Baltische landen. ‘Bovendien hebben we ruimte genoeg, geen hoogtebeperkingen, zeer goede en filevrije achterlandverbindingen. De A6 schampt bijna aan het beoogde bedrijvenpark, we hebben een spoorverbinding naar de Randstad en Noord-Nederland en met de luchthavenontwikkeling komen we internationaal zelfs op de kaart te staan.’ De gedeputeerde memoreert aan de exportstromen die vanuit Flevoland de hele wereld overgaan, zoals de frietjes van McCain en de snacks van Intersnack, maar ook tonnen uien, pootaardappelen en niet te vergeten de zaden voor granen, peulvruchten en oliën. ‘We hebben veel onderzoek laten doen naar de ladingstromen en marktpotenties. Dan zie je dat we deze locatie echt kunnen positioneren als een agro-hub voor een grote regio, tot een logistiek knooppunt als Tilburg en Venlo, maar dan voor Midden- en Noord-Nederland. Zo’n agro-hub is heel goed te verbinden met de bio-based energievoorziening en circulaire economie.’

Parel in het vervoersnetwerk
De havenontwikkeling duidt op een compleet nieuwe strategische keuze. ‘We krijgen hiermee een welkome uitbreiding van ons vestigingsmilieu’, aldus Ed Rentenaar, in Lelystad wethouder voor onder meer stads- en kustontwikkeling (InwonersPartij). ‘We kunnen nu ook een ander type bedrijvigheid aantrekken, met een logistiek-industrieel profiel, land- en watergebonden.’

De maritieme ontwikkelingen in Flevoland omvatten ook de haven van Urk, waar de economie zich verbreedt van visserij naar maritieme dienstverlening en al een maritiem cluster is ontstaan. ‘Er is daar zelfs al ruimtegebrek en behoefte aan een bedrijvenlocatie met kade’, weet Rogier Wilms, programmamanager maritieme ontwikkeling van de provincie. ‘Daarom heeft de provincie vanuit de gedachte “één haven, twee locaties”, elk met een onderscheidend profiel, onlangs de beslissing genomen om te investeren in de maritieme servicehaven bij Urk.

De ambities met Flevokust Haven sluiten volgens de provincie en de betrokken gemeenten naadloos aan bij de maritieme strategie van het Rijk voor een modal shift van de weg naar het water en het spoor. Vervoerscorridors gaan steeds meer lijken op een parelsnoer met als ‘parels’ de vervoersknooppunten. Wethouder Rentenaar: ‘Met name voor de agrosector biedt de nieuwe haven extra kostenbesparende mogelijkheden, om via het water te gaan vervoeren. Natuurlijk gaat het ons bij nieuwe economische perspectieven vooral om banen creëren, maar niet alleen. Als je meer transport over water doet, draag je ook bij aan de vermindering van de CO2-uitstoot.’

‘In het begin was er veel weerstand. Nu is er vooral veel draagvlak en gaat men erin geloven’ - wethouder Ed Rentenaar

Adaptief ontwikkelen
Een containerterminal op zo’n goede locatie is een sterk pluspunt voor de knooppuntontwikkeling en met name voor de vestiging van distributie- en aanverwante bedrijvigheid op het bedrijventerrein achter de dijk. Gedeputeerde Jan-Nico Appelman van Flevoland ziet dat met vertrouwen tegemoet. ‘We hebben een kwalitatief zeer hoogwaardige terminal-operator, met een hoge kwaliteit van afhandeling en dienstverlening. We mikken bij voorkeur op bedrijven in de agrosector, de circulaire economie of andere grondstofverwerkende activiteiten die hier goed passen.’

‘We proberen de grens tussen land en water ook economisch beter te benutten’ - gedeputeerde Jan-Nico Appelman

In totaal is 115 ha beschikbaar voor het bedrijvenpark, waarvoor in eerste instantie 43 ha planologisch uitgeefbaar is. ‘Afhankelijk van de vraag kunnen we zowel in de haven zelf als op het binnendijkse industrieterrein stap voor stap ontwikkelen en zo de markt volgen’, legt Appelman uit.

De eerste stap op het bedrijvenpark is gezet met de intentieverklaring van CTU Flevokust om 5 ha te kopen. ‘Het eerste schaap is over de dam. En CTU Flevokust is geen onbelangrijke partij, omdat zij de containerterminal gaan exploiteren’, reageert wethouder Rentenaar. Hij was aanvankelijk voorzichtig met hoge verwachtingen scheppen. ‘Je kunt allerlei haalbaarheidsstudie laten doen, uiteindelijk moet in de praktijk blijken of het goed valt. We zien de vraag nu komen. Er zijn al verschillende bedrijven die bij ons komen en laten weten dat ze geïnteresseerd zijn. Samen met de provincie werken we op dit moment de marketingstrategie uit.’

De ontwikkeling van Flevokust Haven biedt uitstekende kansen om echt concrete stappen te zetten met het sluiten van kringlopen: de circulaire economie, legt Rogier Wilms uit. ‘Op Flevokust is er voldoende fysieke en milieuruimte om de circulaire economie op grote schaal in de praktijk te brengen. Grondstoffen in een circulair proces worden vanuit huidige wetgeving nu nog vaak als afval gezien. Daarmee zitten we per definitie in een hoge milieucategorie en daar hebben we in het bestemmingsplan in voorzien.’

Plan- en omgevingsmanagement
De inpassing van de havenontwikkeling vraagt om zorgvuldig omgevingsmanagent. Ook al ligt er veel ruimte achter de dijk en bevindt de locatie zich op enkele kilometers van de dichtstbijzijnde woonwijken, bewoners en ondernemers vrezen toch toenemende verkeersdrukte en geluidoverlast. ‘Bij het maken van de plannen was vanuit de omgeving en binnen de raad veel zorg over de mogelijke milieueffecten van bepaalde bedrijfsactiviteiten’, vertelt de wethouder. ‘Het college en de raad hebben daar naar geluisterd en rekening mee gehouden bij het vaststellen van het bestemmingsplan. Samen met de omgeving hebben we een begeleidingsgroep in het leven geroepen waar bedrijfsvestigingen vroegtijdig worden besproken. Het moet een duurzaam logistieke plek worden. We willen daar ook een BREEAM-certificaat hebben.’

Een ander discussiepunt waren de effecten op de natuurontwikkeling.

Wethouder Rentenaar noemt het besluit van de provincie om het buitendijkse deel van de haven voor haar rekening te nemen cruciaal in het proces. ‘Het totaal, buiten- en binnendijks was voor ons een aanzienlijke investering, waar terecht veel vragen over kwamen.’

Collega-bestuurder Appelman is ervan overtuigd dat dankzij het open planproces dat de provincie heeft opgezet veel bezwaren konden worden weggenomen. ‘Per categorie hebben we de belanghebbenden en vooral de mensen die bezwaar maakten uitvoerig gesproken. Vrijwel alle bezwaren konden we zo afvinken. Zo hebben we gekozen voor een zogenaamde natuur-inclusieve golfbreker, waardoor de partijen die vreesden voor natuurschade anders zijn gaan kijken naar gebiedsontwikkeling.’

Op een iets hoger bestuursniveau bepleit de Provincie Flevoland samen met Overijssel en Friesland de snelle verbreding en verdieping van de sluizen bij Kornwerderzand. ‘Als we zo pronken met het feit dat de hele wereld hier hun luxe jachten laten maken, dan moeten we ons ook realiseren dat die steeds grotere schepen nog naar zee moeten kunnen varen. We hopen dat het nieuwe kabinet inziet dat dit een goede case is voor de BV Nederland en daar snel een besluit over neemt’, luidt de boodschap van gedeputeerde Jan-Nico Appelman in de richting van Den Haag.